Het is zeven graden. De zachte regen heeft alles doorweekt. Sommige verdorde bladeren zijn krom getrokken en liggen als kommetjes, vol regenwater, op het pad. Water zijpelt langs de rotsen. De met mos begroeide stammen zijn het enige heldere groen. In de verte staan wat donkere dennen. Tussen de gele, nog aan de bomen hangende, bladeren steken de rode van een andere af. Het pad is verworden tot een stroompje, naast het pad is een stroompje verworden tot een razende witte massa. Het geluid van het water en het druppen van de bladeren overstemt het zachte getwiet, gefluit en gekraai. Het is alsof het water het bos nog stiller heeft gemaakt. Alleen de stappen. Het geritsel van onze voeten tussen de bladeren. Maakt nog een ander geluid.
Ben zo terug – Bart
Geef een reactie