De zon was duidelijk boos op mij. Haar stralen prikte mijn witte huid en hadden het zand zo verhit dat het voelde alsof het de huid van mijn voeten zou branden. Een koele bries blies van over de zee, het hielp mij bij het vasthouden van mijn verstand. Ik stond op om wat af te koelen in het zoute water. Toen ik er naartoe liep verdwenen de golven. Als een luchtspiegeling die altijd voor je uitstrekt, maar nóóit bereikbaar. Met elke stap leek er meer zand te verschijnen. Het voelde of er blaren op mijn voeten ontstonden, maar ik had nog een woestijn te gaan. Achter mij was de plaats waar ik vandaan kwam verdwenen. Alleen nog zand en zonneschijn.
Toen ik mij terugdraaide naar de zee, raakte een koude, natte hand mijn arm aan. Een schok van kippenvel ging door mijn warme lichaam. Hij omhelsde mij. Nam mij mee naar het koude water. Een verkoelende kou voor een dwaler over eindeloze stranden. Hij hield mijn hoofd vast en kuste mij terug naar de werkelijkheid.
Ben zo terug – Bart
Geef een reactie