De Zoeker II (Een beetje fantasie)

 Toen Freyr zich losmaakte van zijn gesprek mijn vader had zich weer tussen de mensen begeven. Ik had mij niet van hem los kunnen maken. Pas toen hij zich omdraaide keek ik beschaamd van hem weg. ‘Cheiron zoon van Atréus’, zei hij. Zijn voetstappen waren nauwelijks hoorbaar. ‘De waanen?’, ik probeerde het met zekerheid te zeggen maar ik begreep de strekking er eigenlijk zelf ook niet van. ‘Dat komt later wel’ zei Freyr serieus. ‘Het boek van Helops is in jouw bezit?’, hij keek mij indringend aan. ‘Het is belangrijk dat je het leest. Heb je de toevoegingen van je grootvader gezien?’ ik had de aantekeningen gezien maar ik wilde eerst de originele tekst lezen. ‘Ik heb nog niet alles gelezen’. Freyr knikte. Zijn ogen doorboorde mij. ‘Luister goed’. Nog voor hij verder kon spreken vroeg ik hem; ‘Welk lijstje vroeg u naar? Muziek, kunst, leren en lezen’ voegde ik toe aan de vraag. ‘Het zit in jouw naam’ hij glimlachte ‘Griekse Mythologie’.  ‘Wat is een zoeker?’, ik had nog honderden vragen voor hem. ‘Dit heeft Helops mij in bewaring gegeven totdat hij er niet meer zou zijn. Mijn taak was het aan jou over te dragen’. Hij haalde een klein boekje tevoorschijn en gaf het aan mij. ‘Je bent meer dan een zoeker, maar dít is belangrijk voor nu’ en hij tikte met zijn vinger op de kaft. ‘Als je het gelezen hebt zal je het beter begrijpen’.  Zonder verder iets te zeggen liep hij weg. De deur uit, alsof hij er nooit was geweest. Ik was al begonnen was met lopen en keek nog naar de deur. Richting mijn vader en moeder die van de laatste mensen afscheid aan het nemen waren.

Toen ik tegen haar opbotste en ik mijn gezicht van de deur afwendde, was haar neus een halve centimeter van de mijne. Ik had de oude dame helemaal nog niet gezien. Haar huid was groenbruin, haar ogen scherp van kleur, de linker blauw en de rechter groen beiden met gouden vlokken. Zij rook naar salie en wierook. ‘Sorry, mevrouw’ zei ik snel. Haar glimlach was breed. Ze schudde haar grijze haren. ‘Hier mijn jongen dit is voor jou. Het zal je helpen’. Zij hing een kettinkje om mijn nek met een klein medaillon. Het ovaalvormige zilver bevatte een abstracte vogelkop en op de rand twee slangen die in elkaar gekruld waren en elkaar in de staart beten. Op de achterkant was een oog gegrafeerd, zoals de ogen van Egyptische standbeeld. Ik keek op van het oog. ‘Draag het altijd!’, haar uitdrukking werd streng ‘Het is de hemelgod. Hij overziet… en beschermt je grootvader en jou’. Haar gezicht ontspande zich weer en de brede glimlach was weer terug. ‘Wij zullen elkaar weer zien. In de tussentijd, lees! Alles!’ Nog voor het in mij opkwam om haar naam te vragen liep zij de deur uit.  Zo verdween ook zij. De zaal was, op de oude buurvrouw na leeg, toen ik bij vader en moeder aankwam. Zij reed met ons mee naar het huis van Helops.

Het leek ouder het huis. Alsof het al jaren leeg stond. Alles wat er nog was leek in versneld tempo te vergaan. Het had zo vol leven geleken de laatste keer.  Alsof er iets was doorbroken, alsof de werkelijkheid weer was ingetreden.

Lees hier verder!

Ben zo terug – Bart

 

 

Reacties

Eén reactie op “De Zoeker II (Een beetje fantasie)”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *