‘Het is tijd’, zei de vrouw die voor mij zit. Haar handen hielden een klembord vast waarop zij haar aantekeningen van de sessie achter liet. Ik pakte de theekop van de tafel naast mij en nam de laatste slok. Alsof het allemaal was uitgekiend. ‘Ik zie je volgende week?’ zei ze met een glimlach, toen ik de deurknop in mijn handen hield en naar buiten wilde stappen. ‘Tot volgende week’ zei ik haar vraag beantwoordend! Mijn auto stond voor haar deur, de afrit kwam uit op een drukke weg midden in de binnenstad. Als ik mijn auto start zingt een piano zijn melodie. Het is vroeg in het voorjaar en de wolken zijn gebroken door de heldere witte zonnestralen. Ik draai de weg op en een ijle mannenstem valt de piano bij. Als ik de auto remmen moet voor het rode licht en stil sta te wachten draai ik het raam een stukje open. Twee jongetjes komen voorbij gefietst. Hen gelach overstemt mijn muziek. Het licht warmt mijn gezicht.
Opeens ben ik terug. Terug in mijn tijd. Een herinnering doemt zich vol details in mijn gedachte op. We rennen langs de tenten, weten wat we gaan doen. Het vooruitzicht op een dag die onbegrensd lijkt. Vrijheid! Wij zijn een jaar of zeven. Zonder vaste taal nog. Met een klein beetje Engels, zijn jong genoeg om elkaar te begrijpen. Twee minuten kennen we elkaar en toch hebben we een band die sterk genoeg is om elke aanval te overleven. Gelijke zijn wij, eenzelfde brein. De aanval kwam, buiten mijn bewustzijn. Herkenning kan confronterend zijn. En zoals beloofd… het overleefde. Niets veranderde buiten de wereld om ons heen. Vriendschap is veranderlijk zoals een rivier meandert. Het past zich aan naar de omstandigheden.
Een ander geluid schudt mij uit mijn mijmering. Het stoplicht is van kleur veranderd. Het is tijd om verder te gaan. De fietsende jongens hebben mij verlaten, nog voor dat ik van hun weg af kan slaan. Het neemt een paar minuten voor ik mijzelf kan dwingen terug te gaan, om de gedachte af te sluiten. Ik glimlach en laat de herinnering terug in mijn gedachte glijden.
Het leek oneindig. Telkens als wij terugkwamen was hij daar. Maar zoals dat gaat met vriendschappen in een vakantie, intense start en een abrupt einde.
Alsof het fragiel linnen betreft vouw ik de gedachte voorzichtig op. Ik laat de la een stukje open. Mocht het nodig zijn, kan ik er zo bijkomen.
Ben zo terug – Bart
Geef een reactie