Tag: Zomer

  • Zomer op het dak

    Zomer op het dak

    ‘Dus de wereld is al veel te lang hetzelfde?’ zij keek naar de rode maan en knikte. ‘Wat gaan we daar aandoen?’ Het was nog warm van de dag. De wereld was stil geworden, nadat de avond was gevallen. Nu de vogels hun plaatsen in de bomen hadden gevonden en de wind was stilgevallen, hadden de meeste mensen hun achtertuin verruild voor hun bed. De dakpannen waren nog warm van de dag tegen de blote huid van mijn benen aan; wat het ruwe van het steen iets aangenaams gaf.

    Hoe zij mijn leven binnen was gedrongen zou ik u niet kunnen vertellen. Opeens was zij er. Zoals sommige spullen ooit je leven binnen zijn gekomen en waarvan het lijkt of zij er altijd zijn geweest. Deze dagen leek het bijna een ijl-droom. Een ontzettende warmte die overal doorheen drong. Het was net of zij een gedeelte, een ruimte, innam. Het was geen binnendringen, alleen een kleine opstap die zij gebruikte om op het dak te komen. Een tweestapper die voor veel caravan-deuren staat. De laatste stap naar het dak was een grotere. Wat er op dat dak was? Een wereld om op neer te kijken, vertes om te overzien en de rest van de wereld, die de muren buiten sloten.

    ‘Ik kijk’ ze zei het achteloos alsof het haar niets deed. Nu was het niet dichtbij maar de wijdere omgeving die zij bekeek. ‘Waarnaar?’ vroeg ik zonder mijn blik van het rondzwaaiende licht van de vuurtoren te wijzigen. Vol verwondering gleden haar ogen over het landschap. ‘Ik bedoel…’, begon zij. ‘Ik vind de afstand tot de wereld hier fijn’. Haar antwoord had mij uit mijn trans gehaald. 

    Beneden liep een figuur onder de lantarenpalen door. Van lichtbundel tot lichtbundel. In het midden verdween hij even uit het zicht, totdat hij de volgende ‘spot’ inliep.
    ‘De mens’, zij focuste haar blik, ‘alleen maar zichtbaar en te zien als hij een spot gevonden heeft…’ Zij viel stil en maakte haar beschrijving zacht af: ‘altijd opzoek naar gezien worden’. Even stopte ze, alsof er een gedachte zich in haar hoofd vormde die alles omverwierp. ‘Misschien heeft het veel meer te maken met zien…’
    ‘Dat zou best wel eens kunnen’.

    Ben zo terug – Bart

  • Zomergast

    Dit verhaal begint met een stem, onduidelijk nog, te ver weg om de woorden te begrijpen. De tongval van deze persoon doet vermoeden dat hij de wereld heeft gezien. Steeds duidelijker word de stem. Als de man dichterbij komt lijkt er een gitaar met zijn stem mee te spelen. Met elke stap wordt zijn stem beter hoorbaar. In plaats van te vertellen lijkt hij te zingen, in een duet met zijn gitaar. En dan stopt de stem even als hij mij in het vizier krijgt, als ik hem gegroet heb en hij mij neemt hij plaats op een laag hangende tak aan de kant van de zandweg. Ik vraag hem waar hij vandaan gekomen is en de man neemt zijn gitaar ter hand. De melodie die zijn vinger spelen, eerst nog voorzichtig alsof de muziek nog van zijn hoofd naar zijn vingers moet vloeien, maar langzaam steeds sneller. De melodie met elke afgeronde regel complexer. Zijn muziek is vrolijk alsof de lente dichterbij is dan die in werkelijkheid is. Het brengt mij de vrolijkheid van een vroege lentemorgen. Dan fluit hij een tegenpartij die de hoogte in schiet zoals de ontwakende vogels in de morgen hun geluid opnieuw laten horen.

    Zijn stem voegt zich weer bij zijn muziek makende vingers en zingt van zijn paden, boottochten over de eindeloze blauwe oceanen en de wereld vol van avonturen. De gebruiken en gewoonten die hij heeft leren kennen. De plaatsen die hij als reiziger heeft gezien en achter zich heeft gelaten, waarvan hij met elke regel bewijst dat hij daar iets van heeft mee genomen. Als zijn stem en zijn gitaarspel wegsterven, vraag ik zonder enige twijfeling om meer. De volgende melodie serieuzer met een verhaal over gewonnen veldslagen en helden van weleer. De lente vond zijn weg en de zomer ging te snel. Steeds zaten wij aan de rand van die zelfde zandweg. De dag voor de man met zijn gitaar zijn spullen pakte en ons weer achter zich liet, kwam hij nog één maal bij mij aan de kant van de weg zitten. Hij leerde mij zijn lied te zingen. Als ik zijn taal kon spreken zou ik een lied voor hem weven. Toen liet hij ons achter zich, zoals hij altijd deed, onze gast voor zomer.

    (Voor het lied waar dit door is geïnspireerd klik hier.)

    Ben zo terug – Bart