Tag: Vriendschap

  • Verhalenfabriek. II – Dronken avond

    ‘Ik ben bang om los te laten, te ontspannen. Het beangstigt mij omdat ik niet weet wat dat veroorzaakt.’ Het was een lange avond die omrand werd door rode wijn. ‘Ken je dat gevoel aan het einde van de zondag, dat je had als kind? Het bewust zijn van het tijdstekort?’ Ik volgde zijn gedachtegang niet, begreep niet wat hij wilde zeggen, wat zijn beschrijving was. ‘Misschien niet’ zei hij. Er klonk treurigheid door zijn stem. Een treurigheid die altijd aanwezig is. Bij elke beslissing draaide het uiteindelijk zijn lelijke kop. Niet dat hij dat zelf zo zag. ‘Van iedere ervaring leer je iets’ zei hij vaak als ik hem weer eens met medelijden aan keek omdat hij zijn baan verloren had of iets dergelijks.

    Ik ken hem al mijn hele leven. Als peuters begonnen wij onze school. Er is altijd een spanningsveld dat in zijn lichaam zit. Het enige dat ik niet meer weet is of dat toen ook al zo was. Of dat het met de tijd zichtbaarder is geworden. Hij bewoog zich door zijn leven als een blok.

    Hij dronk zijn glas in stilte leeg. ‘Wat gebeurd er als je los laat?’ vroeg ik hem. Zijn wenkbrauwen fronste. ‘Een moeras heeft soms plaatsen waar je kan staan zonder dat je wegzakt’ het klonk als een vraag. ‘Waar de rest je langzaam opslokt, je zo voorzichtig mogelijk laat verdrinken. Ik weet mijn weg aan de rand van het moeras. Het gewone zand. Maar als ik even niet oplet sta ik midden in het moeras. Is het moeilijk te zien waar ik veilig ben. Het lijkt onmogelijk mijzelf uit die situatie te trekken. Dus probeer ik op te letten’. Ik moet hem totaal verloren hebben aangekeken. ‘Ook niet’ zei hij resoluut.

    Voor sommige mensen wil je graag dat het allemaal lukt. Hij is zo iemand. Terwijl je dat graag wilt, lijkt het wel; hoe meer ik het hem gun des te minder alles lukt. In diezelfde mislukking komt er een gelatenheid over hem heen. Alsof het een bewijst is dat het voor hem was weg gelegd.

    ‘Ik denk graag na, ben introvert en mensen nemen een heleboel energie van mij.’ Die losse flodder bleef tussen ons in hangen. ‘Wijn?’ vroeg ik hem. Hij knikte. Ik liep om de bank naar de keuken. ‘Er zijn veel redenen om kwaad te zijn, maar het voelt als verspilde energie. Ik pas mij aan.’ Welke redenen? vroeg ik nog voor ik de keuken uit kwam. ‘Gewoon… dingen. Vergeet maar wat ik heb gezegd’. Ik plofte naast hem op de bank en keek hem vragend aan. ‘Soms laat je dingen gebeuren die je totaal uit je doen brengen’. ‘Zoals wat?’ ‘Je vroeg net toch wat er gebeurd als ik los zou laten?’ Ik knikte om hem verder niet te onderbreken. ‘Los laten, los laten, los laten!’ Hij fluisterde het tegen zichzelf, een zoekende blik door de kamer. Hij pakte zijn glas en met een diepe zucht zakte hij tegen het kussen van de bank. Hij sloot zijn ogen en nam een slok. Even speelde er een glimlach over zijn gezicht. ‘Oké, doe je ogen dicht en beeld je in dat je in een kroeg staat’. Ik sloot mijn ogen en toverde uit mijn gedachte een beeld. ‘Je bent daar met een paar vrienden, verder ken je daar niemand, je vrienden komen daar regelmatig en kennen sommige van hen. Hebben we dat beeld?’ Ja, bevestig ik. ‘Een lachende jongeman komt op je af. Wacht, je moet je even voorstellen als een jongen van een jaar of achttien.’ Ik knik. ‘Eén van de jonge mannen komt lachend op jou af en dan gebeurd er dit.’ Ik voel hem naast mij verschuiven. Opeens grijpt zijn hand in mijn kruis. Ik open mijn ogen in shock. Lachend zegt hij: ‘Dit wil je toch graag?’ Even snel als zijn hand greep, is hij weer weg. ‘Zijn vrienden lachen. De onwetendheid van een ander. Dat doet mij niets. Het feit dat de mensen die je vrienden zijn, mee lachen… En dus ben je in elke situatie bezig een andere rol te spelen. Altijd in onderhandeling met je omgeving. Dat moet ontspanning zijn… sorry maar dat is het niet’. Hij staat op en loop richting de deur. ‘WC’ zegt hij kort. Nog wat beduusd, blijf ik alleen achter op de bank.

    Ben zo terug – Bart

    Lees deel 3 hier

  • Philia

    ‘Het is tijd’, zei de vrouw die voor mij zit. Haar handen hielden een klembord vast waarop zij haar aantekeningen van de sessie achter liet. Ik pakte de theekop van de tafel naast mij en nam de laatste slok. Alsof het allemaal was uitgekiend. ‘Ik zie je volgende week?’ zei ze met een glimlach, toen ik de deurknop in mijn handen hield en naar buiten wilde stappen. ‘Tot volgende week’ zei ik haar vraag beantwoordend! Mijn auto stond voor haar deur, de afrit kwam uit op een drukke weg midden in de binnenstad. Als ik mijn auto start zingt een piano zijn melodie. Het is vroeg in het voorjaar en de wolken zijn gebroken door de heldere witte zonnestralen. Ik draai de weg op en een ijle mannenstem valt de piano bij. Als ik de auto remmen moet voor het rode licht en stil sta te wachten draai ik het raam een stukje open. Twee jongetjes komen voorbij gefietst. Hen gelach overstemt mijn muziek. Het licht warmt mijn gezicht.
    Opeens ben ik terug. Terug in mijn tijd. Een herinnering doemt zich vol details in mijn gedachte op. We rennen langs de tenten, weten wat we gaan doen. Het vooruitzicht op een dag die onbegrensd lijkt. Vrijheid! Wij zijn een jaar of zeven. Zonder vaste taal nog. Met een klein beetje Engels, zijn jong genoeg om elkaar te begrijpen. Twee minuten kennen we elkaar en toch hebben we een band die sterk genoeg is om elke aanval te overleven. Gelijke zijn wij, eenzelfde brein. De aanval kwam, buiten mijn bewustzijn. Herkenning kan confronterend zijn. En zoals beloofd… het overleefde. Niets veranderde buiten de wereld om ons heen. Vriendschap is veranderlijk zoals een rivier meandert. Het past zich aan naar de omstandigheden.
    Een ander geluid schudt mij uit mijn mijmering. Het stoplicht is van kleur veranderd. Het is tijd om verder te gaan. De fietsende jongens hebben mij verlaten, nog voor dat ik van hun weg af kan slaan. Het neemt een paar minuten voor ik mijzelf kan dwingen terug te gaan, om de gedachte af te sluiten. Ik glimlach en laat de herinnering terug in mijn gedachte glijden.
    Het leek oneindig. Telkens als wij terugkwamen was hij daar. Maar zoals dat gaat met vriendschappen in een vakantie, intense start en een abrupt einde.
    Alsof het fragiel linnen betreft vouw ik de gedachte voorzichtig op. Ik laat de la een stukje open. Mocht het nodig zijn, kan ik er zo bijkomen.

    Ben zo terug – Bart