Tag: Thee

  • De brief en het antwoord 2/5

    De mok slaat waterdamp uit, van het kokendhete vocht dat het in zich gevangen houdt. Over de rand kijkt hij naar het papier. Langzaam blaast hij in de thee. Probeert een slok, té heet. Hij gaat zitten en met een klein haaltje maakt hij van de punt een komma. iets afsluitEen deling in de realiteit maakt; die er in werkelijkheid niet is. Het gekke is alleen dat door die deur er wel een deling van de realiteit ontstaat. Hij rekt zich uit. De armen hoog boven zijn hoofd. Zijn koude vingers omklemmen de warme mok en hij neemt een slok. Waterdamp slaat op zijn brillenglazen, even is het mistig binnen. De letters als blauwe schimmen op het wit. Is er iets werkelijk anders, omdat er een deur staat? De penpunt maakt het vraagteken af, terwijl een nieuwe zin zich in zijn hoofd vormt. Op een nieuwe regel voegt hij eraan toe; Nu denk ik dat het misschien niets met de deur te maken heeft maar met de doorgang. Het ergens doorheen lopen.

    Ben zo terug – Bart

  • Thee

    ‘Thee?,’ vraagt zij als ik binnenkom. Zij weet het antwoord al en begint het ritueel: De ketel wordt gevuld met water en de vlam van het fornuis ontwaakt.
    ‘Dag oma,’ ik geef haar een kus en hang mijn jas over de stoel. De gebloemde kop en schotel, die op een dienblad op de keukentafel staan te wachten op visite, worden in gereedheid gebracht.
    ‘Hoe gaat het?’ vraagt zij tussen neus en lippen door als zij de kamer inloopt en ik mijn plaats aan de eettafel bij het achterraam inneem. ‘Dropjes?’ Het is eigenlijk geen vraag meer. Zij zegt het nog voor ik antwoord kan geven. De kast wordt geopend en de koektrommel wordt aan de kant geschoven ‘Voor de volgende keer’ mompelt zij nog net hoorbaar, tegen zichzelf. ‘Ik had een zak gehaald maar ik dacht dat het beter was om hem dicht te laten want ik ken mijzelf een beetje dan is hij aan het einde van de dag leeg.’ zegt zij lachend.
    ‘Dropjesmonsters zijn we!’ Bevestigend knikt zij terwijl ze naar de keuken loopt om de lepeltjes in de kopjes te zetten. ‘Wil je suiker?’ Ik kom hier als dertig jaar en zolang ik zelf mag kiezen wil ik suiker, maar diezelfde vraag wordt altijd gesteld.
    ‘Ja, lekker.’ zeg ik met dezelfde gewoonte als die vraag aan mij gesteld werd. Ik doe voor de zoveelste keer een poging om het over te nemen en oma even te laten zitten, maar zij weigert pertinent. Ik rits mijn tas open en stapel de boeken uit op tafel. Zodat zij er een aantal uit kan zoeken die haar wat lijken. ‘Ik heb wat boeken voor u mee genomen, kunt u weer iets uitkiezen.’ Mijn oma leest alsof het haar beroep is en mijn boekenkast puilt zo ondertussen uit. De perfecte combinatie.

    ‘Zo!’ zegt zij als ze op de stoel neerploft ‘Hoe gaat het op je werk?’ Er wordt gesproken en geroddeld. Zoals dat hoort. Over de buurt, over de buren, over de mensen die zijn overleden en over mijn leven. Net zo makkelijk als over haar leven. De boeken worden bestudeerd, de achterflappen gelezen en er word gekozen. Als alles is besloten ruim ik de boeken die zijn afgevallen weer op. En o ja, de bibliotheek wordt natuurlijk altijd even besproken. Er zijn geen “bibliotheekmensen” meer en als je zeven boeken in de week leest heb je soms behoefte aan nieuwe schrijvers. Dus dat wordt niet echt gewaardeerd. Gelukkig is mijn boekenkast er nog en mag alles geleend worden ook als het misschien niet helemaal haar smaak is. En het levert een leuk thee-uurtje op. De ene keer bij mij de andere keer bij mijn oma. Zo gaat dat dus.
    ‘Wil jij nog thee?’

    Ben zo terug – Bart