Tag: Surrealisme

  • Groeven

    Bloed drukt zich naar buiten. Het is de zwakste plaats van mijn huid die de naald met gemak heeft verbroken. De platenspeler staat onschuldig voor mij. Het huis rondom mij heen is stil. Elk normaal geluid is ver naar de achtergrond verdrongen. Ik kijk naar de top van mijn vinger. Het druppeltje rood wordt steeds groter tot het de kamer vult zodat ik alles in een rode waas zie. Mijn hand beweegt zich zonder dat ik daar controle over heb. Daar, waar mijn huid doorboord is door de naald, ontrold mijn hand via de lijnen die een vingerafdruk maakt, zich steeds verder. Eerst mijn wijsvinger dan via mijn hand tot een lang lint aan het einde van mijn arm dat verstild in de lucht blijft zweven. De draaitafel was leeg en het lint rolt zich tot een platte schijf van huid. De andere hand zette de naald aan het begin van de lijn. Krakend start het.
    Ruis vult de kamer, als een oude radio die niet goed was afgestemd op de zender. Het huilen van een baby in een verkeerde toonsoort. Onsamenhangend gemompel waar geen woord aan was vast te knopen is. Steeds duidelijker wordt het geluid. Meer stemmen, verschillend in toon en ritme. Steeds hetzelfde en een tik. Niet te begrijpen. Toon en ritme, tik. Stemmen, toon, ritme en tik. Mijn hand beweegt zich naar de arm van de platenspeler en zet de naald een groef verder. Een doffe stem doet, zonder een woord te zeggen, het hele huis trillen.
    De blauwe plekken en littekens van mijn jeugd maakt de plaat moeilijk te beluisteren. Het vallen, het opstaan en het ongeduld, de leegtes, hiaten en het onvermogen, klinken. Over dubbele levens, als twee violen die beide een melodie spelen, de symfonie die aanzwelt tot een climax tijdens een moment van euforie en één enkele snaar die wordt beroert voor de meest neerslachtige momenten. Zoals IJslands voor de niet-verstaander onbegrijpelijk is bij abstracte ideeën of experimentele jazz in de totale paniek van het moment. In kleuren blauw voor kou en rood voor woedend warm, in zwart voor dood en licht voor leven. Steeds duidelijker de verschillende intonaties van de geleerde talen. Met openheid voor ontdekking en het afsluiten voor het niet. De interpretatie van kunst en begrip. De ruzies die woeden, de liefdes en verlies. Lust als een stuwende kracht in het leven en de noodzaak van het alleen zijn. De letters onbegrijpelijk, onschrijfbaar en uiteindelijk overmeesterend. Het gesproken woord, de emotie… taal.
    Opeens tilt de naald zichzelf van de plaat omhoog en schuift terug naar zijn rustplaats. In de laatste wentelingen van de draaitafel maakt de huid zich los van het apparaat en werd opnieuw mijn hand en al het rood concentreert zich weer tot de top van mijn wijsvinger.
    “Toekomst! De toekomst!” dacht ik toen ik mijn ogen opende en knipperde tegen het felle licht. De toekomst, dit weet ik allemaal al, maar de toekomst?

     

    Ben zo terug – Bart