Het is het speelgoed uit mijn jeugd dat opeens weer tevoorschijn kwam. Kleinkinderen. Zonder dat ik het door had was mijn brein terug gegaan naar mijn kinderjaren. De gele teddybeer was altijd bij mij. Hij was mijn vriend, de enige die ik nodig had. Het stukgelezen Jip en Janneke-boek dat op de tafel lag. De interesse in woorden. Opeens zat ik weer voor het raam van mijn slaapkamer, het grote boek op schoot, beer in mijn arm te kijken naar de zeeën van woorden die ik niet begreep. Het leek een onoplosbare puzzel. Alleen de paar letters die ik kende.
Ben zo terug – Bart