Twee grote bolle ogen kijken mijn aan. Het effect wordt versterkt door de vorm van het glas, van waarachter naar mij gestaard wordt. De rest van de balie is leeg. De wachtruimte is in de vorm van een honingraad met twee kleine ramen die zijn gesluierd met lichte vitrage. De muren zijn voorzien van twee oude schoolplaten die gedetailleerd een weergave geven van twee voorkomende natuurlocaties, een sloot en een poel in de duinen, beiden met de dieren en platen die daar voorkomen. Voor de rest posters met aankondigingen voor bijeenkomsten, voor steun aan kanker patiënten en informatie over ziektes en aandoeningen. In het midden van de ruimte staat een grote ronde tafel waarop tijdschriften liggen waarvan de houdbaarheidsdatum reeds lang overschreden is. De ongemakkelijke stoelen staan rond de tafel, alsof het een verjaardag betreft.
De vissenkom op de balie laat nu een tweede vis zien, een zwarte die zich niets aan trekt van wat er rond de kom gebeurd hij hapt naar de blaadjes van de zielige waterplant die wat onbeholpen in het water hangt. Ik vraag me af wat er voor deze dieren is in zo’n ruimte. Wat drijft mensen om twee goudvissen in een kom op de balie in een wachtruimte te zetten.
Een overdonderend luide hoestbui versplinterd de stilte van de wachtruimte, het teken voor de andere om lost te gaan, wat een kakafonie van geluiden oplevert; Snotterende neuzen, blaffend gehoest, kreunende spieren en het schrapen van de stoelpoten over een stenen vloer. De kleine, die moeder geprobeerd heeft stil te houden, ziet dit als een teken om eens flink door de bak met bouwstenen heen te graaien. Het kleine beetje stof voor de ramen helpt niets om de galm die ontploft in de kleine wachtkamer te verminderen.
Het lijkt of de dame achter het loket zich van niets bewust is. Haar glimlach als die van een wassenbeeld, onverstoorbaar. Ze is bezig met het vullen van de uitgeschreven medicatie voor een patiënt. Haar collega is druk bezig met het uitzoeken van de medicatie die met kratten tegelijk is binnen gebracht.
Een klik van de intercom en een totaal onverstaanbare stem roept iets door de wachtkamer. Totale chaos in stilte. Iedereen kijkt naar elkaar om te zien of er Iemand is die het wel heeft verstaan, of er iemand opstaat. Schouders worden opgehaald, ogen zoeken door de wachtkamer. Een tergende stilte is over de mensen in de wachtruimte gevallen. Ik besluit de dame bij het loket te vragen wie de dokter graag wil zien. Zij vertelt mij dat ene meneer de Fries word verwacht door de dokter. Een voelbare opluchting komt over de mensen, het kleine jongetje begint weer met de blokken te spelen. De volwassenen zijn stil. Zoals dat hoort, schijnbaar.
Ben zo terug – Bart