Tag: Lezen

  • Vakantie lezen… 2 (terug op aarde)

    Het witte marmer was door het weer grijs geworden, zo grijs als de loden delen op de daken van de kathedraal. Een jonge man klom over de leien naar boven om de waterspuwers te bereiken. Achter hem kwamen twee mannen aan. Hun vuisten geheven, bleven zij achter de balustrade staan. Het geschreeuw was, van het plein beneden, te horen. Zelfs boven het geluid van de markt uit. Er was iets onnatuurlijks aan de mannen. Het leek net of het donkerder om hen heen was. Alsof het licht door hun boosheid werd beïnvloed.
    Op het plein gebeurde iets geks. De wereld leek even door niets te kunnen worden veranderd. Het geschreeuw was duidelijk hoorbaar, maar er leek niemand op te reageren. Niemand keek met verbazing naar boven wat er precies gaande was op het dak van de grote kerk. Het hele bestaan van de mannen leek onopgemerkt te blijven. 

    Een derde man voegde zich bij de twee. De jonge man klom steeds hoger. Toen ik mijn blik terug liet gaan van de mensen op het plein naar de mannen op het dak; keek de man die zich het laatst bij de twee had gevoegd, mij recht aan. En het was stil, opeens was hij weg. ‘Waar kijk jij naar?’ de baardharen prikkelde in m’n nek. Verschrikt keek ik naast mij en stond hij daar. Naast mij op het plein. ‘Maar…’ ik keek terug omhoog. ‘U… stond net daarboven’ probeerde ik te duiden wat er gebeurd was. 
    ‘Waar sta je naar te kijken?’ vroeg de zware stem nogmaals. ‘Ik…’ zijn gezicht was streng belijnd. ‘ik… er klimt iemand over het dak’ maakte ik mijn zin af. De man keek omhoog en weer terug naar mij. 

    ‘Wat wil je drinken?’ 

    ‘Hey! Wat wil je drinken?’ James keek mij vragend aan. Zijn handen open. 
    ‘Ow … uhm doe maar een Colaatje’ zeg ik enigszins verward. Ik leg de bladwijzer tussen de pagina en sla het boek dicht. 

    Ben zo terug – Bart 

  • Vakantie lezen… (verdwalen)

    Het t-shirt plakte tegen mijn rug. De warmte werd wat dragelijker door een zuchtje wind dat de nieuwe takken van de bomen liet wiegen. Even was ik dáár… zittend in de stoel tussen het gele gras. De zwarte letters zogen mij weer van die plaats, naar een universum vol dromen. 

    Ben zo terug – Bart 

  • Boeken Kopen

    Het grootste probleem met boeken is niet dat de verhalen verdwijnen als je ze gelezen hebt; het grootste probleem is dat zij een verslavende werking hebben op je brein. Eigenlijk is dat niet helemaal waar… om eerlijk te zijn is het de ruimte. Mijn boekenkast puilt zo langzamerhand uit. En toch, als ik mijzelf weer eens onverhoopt in een boekwinkel terug vind, kom ik er steeds uit gewandeld met minstens één boek. Twee weken geleden was ik in Steenwijk. Daar vind ik mijzelf zo af en toe terug, verdwaald in een wereld vol nieuwe maar vooral tweedehands boeken. Titels lezend van plank tot plank. In deze wereld, opgebouwd uit letters, kwam ik van alles tegen waarvan ik niet wist dat ik het zocht. Een grijze stoffen kaft met zwarte letters bedrukt: Willem Elschot Verzameld Werk! Nadat ik afgelopen zomer “Kaas” van hem had gelezen, wilde ik wat meer en bleef zijn naam in mijn achterhoofd zweven. Met deze bundel had ik in één keer zijn gehele oeuvre.
    Rustig struinend kwam ik bij de volgende. Een aanvulling van de Gerard Reve boeken: “Moeder en Zoon”. De lichtgrijze kaft was nog omhuld met dezelfde lichtgrijze papieren hoes. Daarna kwamen er een paar planken met interessante titels of namen, maar niet genoeg om mij aan te zetten tot kopen. Pas bij de S, Jean-Paul Sartre “De Muur”. Ooit had ik het korte verhaal gelezen. In diezelfde zomervakantie had ik ook een aantal essays gelezen van Albert Camus. Eén daarvan was een recensie van “De Muur”.
    Het laatste dat ik vond was een eerste druk van een dichter. Alleen waren het geen gedichten. Leo Vroman Proza. Het eerste dat ik altijd doe als ik een boek vind wat mijn nieuwsgierigheid wekt: staat er voorin iets geschreven…? Bij tweedehands boeken krijg je als je geluk hebt, een extra verhaal.

    Leo Vroman Proza
    Leo Vroman Proza eerste druk 1960

    Soms krijg ik ideeën bij de namen. De jaartallen, data die in de boeken geschreven staan en in sommige gevallen krijg je een bericht van de gever aan de ontvanger.
    Ik kan nooit helemaal loskomen van de gedachte dat iemand afscheid heeft moeten nemen van een boek dat iemand met een inscriptie aan hen gegeven heeft. Dan vult mijn hoofd zich met vragen.
    Wie was deze persoon? Van wie heeft hij/zij het gekregen? Wat heeft die persoon uit het boek gehaald? Heeft het boek betekenis gehad voor hem/haar? Hoe is het hier gekomen?Nooit komt daar iets uit. Toch blijft het mij altijd mateloos fascineren.

    Ben zo terug – Bart

  • Tegenovergestelde

    ‘Ik ben vrouw en zwart. Wat ben jij?!’
    Wat onthutst kijk ik op van mijn boek. Ik weet niet precies wat er van mij wordt verwacht. ‘Mijn naam is Stephan?’ probeer ik. De trein is nagenoeg leeg. Een oudere dame zit verderop uit het raam te kijken, maar luistert naar ons gesprek.
    ‘Nee, ik bedoel identificeer jezelf’
    ‘Bent u van de politie?’, zeg ik met een glimlach. Haar gezicht blijft ongemakkelijk, zonder uitdrukking. ‘Ik lees een boek en maak aantekening in de marges?’ Ik houd mijn vulpotlood onhandig omhoog. Haar ogen richten zich op de pagina die opengeslagen voor mij op schoot ligt.
    ‘Wat lees je?’, een autoritaire ondertoon klonk door in haar stem. Er was niets grappigs hier. Ik hield het dicht geslagen boek omhoog.
    ‘The Human Stain van Philip Roth’

     Een donkere hand rijkt mij het boek aan. ‘Philip Roth hé? wat vind je er van?’ Het vulpotlood hangt nog tussen mijn verslapte vingers.
    ‘Dank u wel’ zeg ik zo verontschuldigend mogelijk, ‘het is een interessant boek’.
    ‘Lezer?’ vraagt ze.
    ‘Vanmorgen niet echt…’ ik glimlach. Zij glimlacht terug en trekt haar schouders op.
    ‘Het is vroeg en het geluid van de trein monotoon. Dat heb je wel eens.’ Er klinkt een gedempt geroesemoes. ‘Heb je de andere twee delen ook gelezen? American Pastorale en ik geloof dat die ander I Married a Communist heet’. Ik schud mijn hoofd en schrijf de titels op het schutblad.
    ‘Daar ga ik achteraan. Dank u. Wat bent u aan het lezen?’
    ‘Heb je wel eens James Baldwin gelezen?’, wederom moet ik ontkennen. ‘Ik zal je eerlijk vertellen ik lees veel maar ik had mijzelf er nooit de tijd voor gegund. Hier is nog een tip lees deze een keer.’ Zij houdt haar boek naar mij omhoog. Een geel/groene kaft met witte letters James Baldwin Go Tell It on the Mountain. Ik noteer de titel.
    ‘Verplichte literatuur!’
    ‘Vanmiddag even langs American Book Center’
    ‘Doe dat maar’ zegt zij lachend.

     Ben zo terug – Bart

     

  • (In de steigers) Werk

    In de steigers Werk

    De eerste regel die hij typte, was als een startplaats zonder dat hij mee mocht bewijs van deelneming, een richting die hij wilde lopen. Het Dat was het begin eerste waar hij aan kon denken. Het was een begin. Nog niet duidelijk of uitgewerkt, gewoon eem een begin. En zoals zo vaak met een begin het koste hem het bracht minder alleen maar vragen met zich mee. De eerste regel die hij typte was als een startplaats zonder dat hij mee mocht doen. Een bewijs van deelnming, een richting die hij wilde lopen. Een steeds verder ontwikkelend net van vragen en beschreven antwoorden.

    Ben zo terug – Bart

  • Nieuws

    De houten vloer kraakte toen ik de eerste stap in de donkere gang zette. Een heldere stem kwam vanuit de slaap kamer ‘bent u daar?’. De gordijnen in de woonkamer waren nog gesloten. ‘Sorry dat ik zo laat ben’ ik zei het zonder er verder bij na te denken. Ik drukte het licht aan in de gang en opende de slaapkamer deur. ‘Goede morgen, heeft u lekker geslapen?’. Haar wenkbrauwen fronste naar mij; ‘sorry hoef je niet te zeggen.’ zei ze bits. De glimlach brak door haar gespeelde verontwaardiging. ‘Jullie hebben het al zo druk’. Een grande dame zat half rechtop in bed. De grijze haren hingen los langs haar gezicht en de wit-roze nachtjapon was zo’n twee maten te groot. ‘Maar ik heb goed geslapen hoor. Een wilde nacht, dat zie je wel’ zei ze wijzend op naar haar hoofd. ‘Ik heb er nog iets van proberen te maken…’ mompelend voegde zij er aan toe ‘vandaag en jonge broeder op bezoek’.

    Ik had haar naar de rand van het bed geholpen, waar ze nu zat met haar benen bungelend boven de vloer. ‘Douchen’ zei ze vanuit het niets en greep naar de bediening van het bed om deze te laten zakken. ‘wilt een stoel?’ ik vroeg het sarcastisch. ‘Ik ben geen tachtig!’ zei ze beledigt terwijl ze haar neus op trok. ‘Nee dat is waar, u bent in de negentig’. Ze pakte mijn arm en trok zich omhoog terwijl ze zei, ‘ik ben een dame’. ‘Daar heb ik zo mijn twijfels over…’ haar lach galmde door de gang. ‘loop eens een beetje door!’ zei ze ‘wie is hier wie nou aan het helpen?’ voegde ze er nog aan toe.

    Terug in de kamer na het douchen zat ze op een keukenstoel recht voor de televisie. Ik had de taak gekregen haar haren te kamen en op te steken. Ze zette de tv aan op het nieuws. Haar kleine kamer was aan één kant een want vol met boeken. Op het tafeltje bij haar luie stoel lag het laatste boek van Arthur Japin open op een stapeltje met Per Olov Enquist en Ingrid Jonker. Het nieuws opende met een aanslag in Amerika. Achtenvijftig doden en meer dan tweehonderd gewonden. De monotone toon van de nieuwslezer verraadde op de één of andere manier meer van zijn emoties dan de bedoeling was. Nog voor het nieuws verder ging zette zij het af. Haar schouders hangend en haar hoofd gebogen.

    Een traan rolde over haar wang toen zij haar hoofd hief. ‘Ik ben vaak bang weet u?!’ het klonk bijna kinderlijk. Opeens was ik de volwassene, moest ik de vragen beantwoorden. ‘Hoe moet het verder?’ vroeg ze. ‘Ik denk dat we worden opgehitst door mensen die nog banger zijn dan wij…’ mijn stem stopte, teveel gedachtes zonder enig antwoord. ‘Aan het eind van de tweede wereldoorlog werd er op een zelfde manier door de Duitsers op mensen geschoten op de Dam. Dat was aan het einde van een oorlog. Een spasme, een nawee. De oorlog moet nu nog beginnen’.

    Ben zo terug – Bart

     

  • Samenkomst I

    “Het regende zacht.”
    Het waren de eerste woorden die ik las toen ik buiten ging zitten lezen. De eerste druppel deed me opschrikken van de pagina.
    “De wereld was nog rustig hoewel de wolken boven hun hoofden niet veel rust voorspelde.”
    Las ik verder terwijl de werkelijkheid steeds meer mijn boek imiteerde. Er was niets verontrustends aan; regen tijdens de zomer, het bleef Nederland. In de verte sloeg een hond aan, wat kinderen rende lachend over straat.
    “De wind trok aan en de bomen aan de rand van het bos kraakten. De bladeren ritselden. Tussen de donkere takken klonk wolvengehuil”

    Ben zo terug – Bart

  • Briefwisseling #2

    Beste Bart

    In de laatste brief die je mij schreef had je het over de hoeveelheid boeken die je nog wilt lezen. De dingen die je nog wilt begrijpen, ik ken het gevoel. Ik weet nog goed dat ik maanden aan het zoeken ben geweest naar: The Rubaiyat of Omar Khayyam in een vertaling van Richard Le Gallienne. Iemand had iets verteld over de tekst, de herinnering is mij ontschoten. Tot ik bij een kleine boekhandel kwam en de man mij vertelde dat hij zou proberen of hij het misschien kon krijgen via een vriend in Engeland. Dat lukte en uiteindelijk kreeg ik het een maand later in mijn handen gedrukt. De vergeelde pagina’s gaven een tekst weer die ik niet snel meer zal vergeten. Het heeft diepe indruk op mij gemaakt, tot dat ik veel later de vertaling van Edward Fitzgerald las. Vele malen poëtischer dan Le Gallienne maar veel minder provocatief. – Het blijft zo, het hele leven zal je nieuwe boeken vinden en alles wat je vindt wil je lezen. Er is te veel geschreven, gemaakt en bedacht om alles in je op te kunnen nemen. Dat geldt eigenlijk voor alles in deze wereld.

    Ik heb met plezier je ideeën gelezen over diezelfde Rubaiyat. (vandaar de reverentie in het eerste deel van mijn brief). Ik ben weer thuis dus mijn boekenkast ligt naast mij op mijn bureau terwijl ik dit aan jou schrijf. Het is inderdaad zo, dat het een ingewikkelde tekst is. Misschien is het een goed idee voor je om eens te kijken naar de andere vertalingen die er van deze tekst zijn.
    Vanmiddag tijdens mijn vaste wandeling heb ik mijn boekhandel nog eens bezocht op zoek naar nieuwe verhalen en ander interessants. Kwam thuis met een behoorlijke stapel. John Milton’s Areopagitica and Other Writings. Ik kende alleen een aantal gedichten ben zeer benieuwd naar zijn polemisch schrijven. drieëndertig beroemde verhalen van Guy de Maupassant ook eerder in het frans gelezen, dit zijn Nederlandse vertalingen. Anton Tsjechov, Op kamers, ook korte verhalen. Eén van de grootmeesters. En als laatste Arthur Rimbaud een bundel gedichten waarin onder anderen; Een Seizoen in de Hel en Illuminations, zijn opgenomen. Je ziet… zo ook bij mij wordt de lijst met nog te lezen boeken steeds aangevuld.

    Het interview waarover je schrijft tussen Charlie Rose en David Foster Wallace ken ik niet, hoewel ik moet zeggen dat de thematiek mij bekend voorkomt. Het is zeker interessant om na te denken over de auteur als onderdeel van het boek en de rol die hijzelf als auteur speelt in zijn verhaal. Hij heeft gelijk als hij zegt dat die kijk naar het schrijverschap en de lezer iets is, wat al in de jaren zeventig een punt van discussie was.
    Ik moet eerlijk bekennen dat ik nog nooit iets van hem gelezen heb. (Ook, één voor op de lijst!). Misschien is Mandarijnen op zwavelzuur iets om te lezen van W. F. Hermans.

    Ik zie uit naar ons volgend corresponderen,

    Chris