Tag: Kunst

  • Wandeling IV Le musée d’Art contemporain du Luxembourg

    De geschiedenis houdt me wakker s ’nachts. De tijd, gedrevenheid en woede trekt mij aan. Wat ik weet en nog moet leren, wat er zich tegen mij kan keren. Het zijn de distopische verbeeldingen van een wereld die mij bekend is en totaal vreemd. Het verlangen naar het lichaam, naar de intimiteit en tegelijkertijd. De eenzaamheid en de ontkenning van het bestaan. Het bestaan! Welk bestaan is er nog als je wordt ontkent? Gevangen wederom; in een tijdsbeeld, dat wat de wereld niets scheelt. Waar te beginnen, als het einde zo snel nadert?

    HIER!

    Untitled (One Day This Kid…) David Wojnarowicz

    lees hier over David Wojnarowicz en zie meer van zijn werk.

    Ben zo terug – Bart 

  • Ontmoeting

    Honderdtachtig jaar oud is hij. Niets aan zijn gezicht verraad die leeftijd of dat, wat hij moet hebben gezien. Het is stil. De glinstering in zijn ogen verraad zijn honger naar kennis van de wereld, zijn nieuwsgierigheid. Hij is aan de andere kant van de grote zaal. Hij is aanwezig, in het moment en even alert als toen hij twintig was. Het haar is wild een bos ongetemde krullen die glanzen in het licht. Als ik dichter bij kom is zijn staren intens. Hij beziet, maar velt geen oordeel.
    Portret circa 1917, schilder onbekend” vermeld het zwarte bordje naast hem.

    Ben zo terug – Bart

  • …wat het is

    De yoghurt komt stroperig uit het pak gelopen als hij het over zijn muesli giet. Het is elf uur, zijn wekker ligt verslagen op de grond naast zijn onopgemaakte bed. De batterijen op zijn nachtkastje en de zon kleurt zijn woonkamer voorjaargeel. In zijn hoofd is het herfst, misschien meer winter. Zijn ontslag hangt boven zijn hoofd als een donkergrijze wolk die op hem neer blijft regenen. Niet dat het ontslag gister was of zelfs vorige week. De strijd met de sollicitaties is al een jaar aan de gang. Met elke afwijzing wordt er een stukje van zijn menszijn afgebroken en verguist, in een enveloppe aan hem terug gezonden. De loze kreten en aanmoedigingen die hij terug krijgt op zijn brieven zijn net zo erg als de standaard e-mail die je laat weten dat “we, je helaas moeten mededelen dat je niet door bent naar de volgende ronde” of “je valt niet geheel binnen het profiel van wat wij zoeken”.
    Er is een stilte in zijn huis gevallen die door niets doorbroken lijkt te kunnen worden. Er is iets aan hem veranderd. Hij lacht nog steeds… maakt grappen en toch is er een subtiel verschil. Zijn ogen glanzen in het licht. Misschien zijn het zijn schouders, iets meer hangend dan normaal. Zelfs dat verklaart het niet. Pas als hij starend voor zijn schaaltje yoghurt met muesli zit, valt het op; hij is niet uit focus, de focus is perfect.
    Het is een beeld dat Monet of van Gogh geschilderd zou kunnen hebben. De focus ontaard zijn wezen. Geen glad beeld meer maar gefragmenteerd. Streepjes en lijntjes. Dikke klodders. De glans in zijn ogen is een veeg wit en zijn glimlach opgebouwd uit honderden lijntjes in alle mogelijke kleuren. Pas als je met je ogen knijpt, zie je weer een mens.

    Ben zo terug – Bart

  • Festival gedachtes en observaties

     

    De dame naast mij vóélt de muziek maar lijkt wat ongemakkelijk met de hele situatie. Haar ogen sluiten zich en haar lichaam beweegt zich op de muziek, glimlacht. Haar vriend achter haar staat verstilt te luisteren.

    De set is klaar, het podium ontruimd voor een nieuwe act. Het witte licht in de zaal dood de magie.

    Blues: Over gierende gitaren heen zingt een zanger hoe stil het is geweest.

    Er lopen een heleboel excentrieke individuen, met allemaal dezelfde baard.

    Opgaand in de muziek, met vijfduizend mensen en toch zo speciaal, dat iedereen het gevoel heeft dat de band alleen voor jou speelt.

    ‘Dit is een festival waar zo’n meisje haar vriendje mee naar toe sleept, omdat zij kaartjes heeft gekocht voor een artiest die zij van één liedje kent’
    ‘Ja, inderdaad. Dat zij, als hij ’s morgens voor de kast staat zegt: “Anders doe je even leuk je alternatieve trui aan”.’

    Van rijmbaar ritme tot monotone melodie…
    Van klein begin tot extase in een wilde kakofonie.

    De locaties zijn geweldig, de muziek alleen niet zo goed.

     

    Ben zo terug – Bart

     

  • Mensen in het wild

    Het zonlicht, dat door de smalle ramen naar binnen valt, strijkt haar gezicht in een gouden gloed. Haar ogen gefixeerd op het schilderij waarvoor ze zit. Het kleine bankje in het midden van de ruimte zodat je aan beide kanten plaats kan nemen om rustig de schilderijen in je op kunt nemen. Even kijkt ze naar opzij, de man naast haar gaat op in zijn dagdroom bestaand uit de wilde vegen op het doek.

    Ik ga er maar vanuit dat ze bij elkaar horen. Toen ze binnen kwamen stiefelen arm in arm om elkaar in evenwicht te houden. Leunend op de liefde en zijn wandelstok. De zaal is leeg buiten ons. Een drukke suppoost steekt zo nu en dan zijn hoofd om de hoek van de zaal om te zien of iedereen zich aan de regels houd. In een zaal met kunst, verdiept in totaal andere werken. Het schilderij waar ik mij voor ophoud is een worsteling tussen twee mannen waarvan ik niet helemaal kan beoordelen of het iets seksueels is of niet.

    “Impressionisme”, fluistert de dame voor zich uit. Het door de wind zwiepende gras is haast onzichtbaar, de witte jurk word naar een kant geblazen. Het gouden zonlicht is daar hetzelfde als hier. Als je niet beter zou weten zou je kunnen denken dat er alleen tijd verstreken is. De zelfde vrouw, de meeste haren grijs met hier en daar een herinnering van hoe het geweest moet zijn.

    In mijn hoofd is hij de schilder. Een schilder die met grote passie en wilde streken haar heeft vereeuwigd zoals hij haar zag. Waarop hij verliefd was geworden. Met zijn ogen toegeknepen en draaiend met zijn hoofd laat de man zijn blik langs elk deel van het doek gaan, alsof hij het nooit weer zal zien en het nooit wil vergeten. De dame rommelt iets in haar tas en haalt een pepermuntje tevoorschijn. Zonder iets te zeggen tikt ze haar man aan en gebaart; “wil je ook”. Heel even onderbreekt hij zijn ritueel om te zien wat er is en schud zijn hoofd.

    De worsteling voor mij is naakt en rauw, twee mannen midden in een gevecht vastgelegd. Er valt mij niets op aan het gevecht of de houdingen waarin zij zijn afgebeeld. Het zijn de gezichten van de twee mannen. Geen enkele emotie die te maken kan hebben met de situatie waarin hun lichamen zijn geschilderd. Ze zijn daar op dat moment, niet in pijn of blijdschap, niet in overwinning of extase. Ze zijn daar berustend in de situatie. Bewust emotieloos.

    ‘Ze is mooi he?’ zegt de oude man zijn gezicht richtend op de oudere versie van het schilderij naast hem ‘Bijna net zo mooi als jij.’ voegt hij eraan toe. De dame pakt zijn gezicht in haar knokige handen en haalt hem naar zich toe ze kust hem zacht op zijn voorhoofd, en zegt dan ‘slijmerd’. De dame staat op en helpt haar man van het bankje, voorzichtig schuifelen de twee naar het volgende bankje en nemen weer plaats.

    Als ik terug kijk naar het schilderij waar ik nog steeds voor zit, zie ik een zweem van een glimlach op het gezicht van de man die op de grond ligt. De achtergrond is een lucht waar een eenzamen, schijnbaar dode struik achter de lichamen vandaan komt. De grond is bruin met kleine steentje, waarschijnlijk zand of iets dergelijks. Het hele schilderij voelt wat bijbels aan. Ik sta op en loop naar het bordje bij het schilderij en noteer de naam van de schilder.

    Ben zo terug – Bart